Een Finse instelling voor ouderenzorg

Finland OuderenzorgHet bezoek aan een verpleeg- en verzorgingshuis in Jyväskylä vormde een interessant onderdeel van de reis naar Finland waar ik de vorige keer over blogde. In deze instelling kunnen ook ouderen zonder verzorging wonen en dat was een vrij nieuw concept voor Finland. Deze ‘ouderen’ blijken al vanaf 55 jaar welkom te zijn in een kamer op de hogere verdiepingen. De ouderen mèt zorg zijn voornamelijk op de begane grond gehuisvest; hier liggen ook de noodzakelijke voorzieningen. Opmerkelijk is dat de Nederlandse overheid gecentraliseerde verzorging wil afschaffen terwijl er in Finland juist ruimte ontstaat om deze zorg naar de instellingen te verplaatsen.

Ik vind het een vreemd idee dat ik er over niet al te lange tijd zelf een kamer zou kunnen huren, gelet op de leeftijdsgrens. Dat is overigens geen aantrekkelijke optie omdat ik de kamers erg klein vind. Daar staat als pluspunt tegenover dat er naar goed Fins gebruik een sauna in het gebouw aanwezig is. En dat lijkt me dan weer heerlijk.

Er was in het huis veel personeel aanwezig in vergelijking met de Nederlandse situatie. Ik kan me voorstellen dat cliënten daardoor minder snel een luier opgedrongen krijgen omdat er geen tijd is om ze regelmatig naar de wc te begeleiden. De opbouw van het personeelsbestand verschilde ook. In een Nederlands verpleeghuis lopen veel specialisten rond, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten, diëtisten en logopedisten. In de Finse situatie worden alle taken verricht door ‘practical nurses’ (verpleegkundigen) met een ‘polytechnic nurse’ (HBO-verpleegkundige) als teamleider. Een uitvloeisel van dit systeem kan zijn dat niet iedere cliënt de op hem toegesneden zorg krijgt. Maar er zijn wel meer handen aan het bed waardoor de cliënt veel aandacht zal krijgen met meer levensvreugde tot gevolg. Zo heeft elk systeem zijn voor- en nadelen.

Het uitdelen van medicijnen leverde een onvervalst déjà vu-moment op. Op een karretje stonden pillenbekers voor verschillende patiënten die vanuit voorraadpotten werden gevuld. Zo heb ik het 35 jaar geleden ook geleerd, maar sinds die tijd is er veel veranderd op het gebied van kwaliteitszorg. Toen ik aangaf dat je zo minder goed kunt controleren of elke patiënt de juiste medicijnen ontvangt, hoorde ik een illustratief verhaal. Een tijdje terug was iemand tegen de kar opgelopen en waren alle bekers omgevallen. Het was toen een heel karwei geweest om alles weer in de juiste potjes te krijgen; weggooien en opnieuw beginnen was blijkbaar geen optie.
Een plezierige ervaring vond ik de rust en gezelligheid tijdens de lunch. Dat kwam niet alleen doordat elke afdeling over verschillende leuk aangeklede zitjes beschikte, maar ook doordat de maaltijden netjes werden opgediend en de verpleegkundigen er even bij gingen zitten voor  een praatje. Dat gun ik de Nederlandse ouderen ook.

Ik sprak een jonge verpleegkundige die een cliënt fysio-oefeningen liet doen. Ze had in haar driejarige opleiding geleerd om de fysio-toestellen op de juiste wijze te gebruiken en ze beschikte over boekjes met oefeningen. Hiermee ging ze voortvarend aan de slag. En dat is natuurlijk een geheel andere benadering dan die van onze fysiotherapeuten met een vierjarige HBO-opleiding. De verpleegkundige controleerde voornamelijk of de cliënt het apparaat goed gebruikte. Ik legde uit dat haar Nederlandse collega’s dit werk overlieten aan een fysiotherapeut. En ik schoot in de lach toen ik haar oprechte verbazing bemerkte over het feit dat onze verpleegkundigen  een jaar langer onderwijs krijgen maar dit soort dingen niet leren: “Wat doen ze dan al die tijd op school?”.

 

Zorgonderwijs in Finland

Finland ZorgonderwijsDe mei-vakantie heb ik nuttig besteed aan een studiereis naar Finland. Dit land wordt tenslotte vaak geprezen als een onderwijskundig Walhalla. Ik heb er in Jyväskylä meerdere gesprekken kunnen voeren met collega-docenten uit het zorgonderwijs en ik mocht er diverse lessen bijwonen.

Mijn eerste interesse betrof het vaststellen van de verschillen met het Nederlandse zorgonderwijs. Zo duurt de opleiding voor verpleegkundige bij ons vier jaar waarbij in het laatste jaar gekozen wordt voor een van de vier uitstroomrichtingen: ‘verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg’, ziekenhuiszorg,  gehandicaptenzorg en psychiatrie. In Finland duurt de opleiding slechts drie jaar met eveneens een specialisatie in het laatste jaar. Het aantal uitstroomrichtingen is echter negen, waaronder tandartsassistente,  ‘kind- en jeugdzorg’ en ‘emergency care’. De eerste jaren van de opleiding zullen daarom verschillend worden ingevuld. De Nederlandse verpleegkundige krijgt de specialisatie-onderwerpen op een instapniveau aangeboden in de onderbouw en dat geldt ook voor de Finse ‘nurse practioner’. Echter, bij ons gaat het om vier onderwerpen tijdens drie jaar onderbouw en in Finland om negen stuks in twee jaar. Het ligt daarom voor de hand dat de uitstroomniveau’s voor die onderwerpen in Nederland en Finland zullen verschillen.

Toetsen en examineren heeft mijn speciale interesse. Anders dan bij ons blijkt er in Finland vrij weinig getoetst te worden. De achtergrond is principieel van aard, men verwacht een lerende houding en interesse voor de leerstof; een te controlerende houding van de opleiding zou hierbij kunnen afschrikken. Voor alle leerlingen wordt een persoonlijk  leerplan opgesteld en de docent beoordeelt aan de hand van het  portfolio van de leerling of deze het gewenste niveau heeft behaald.

In de loop van het laatste jaar doet men examen. De leerling stelt een plan van aanpak op om de vooraf beschreven competenties te behalen. De competenties zijn landelijk vastgesteld. In dit plan van aanpak beschrijft de leerling hoe de competenties moeten worden behaald en daarvoor worden per leerling andere afspraken gemaakt. De examenperiode valt samen met de laatste stageperiode van zes weken en hierin worden de competenties getoetst. De leerlingen krijgen dus alleen een praktijkexamen. De theoretisch kennis wordt  na het doorlopen van de onderbouw verondersteld voldoende te zijn. Overigens zullen de leerlingen bij een goedgekeurd plan van aanpak  alleen nog voor het examen zakken indien ernstige fouten worden gemaakt, denk aan het in gevaar brengen van het leven van een patiënt. De leerlingen mogen pas examen doen na herhaaldelijke oefenen in de praktijk. De beoordeling van elke competentie is minimaal ‘voldoende’ en anders wordt het ‘goed’ of ‘heel goed’. Vanuit de arbeidsmarkt is er een gezonde prikkel om voor  de laatste twee opties te gaan. Want als er alleen maar voldoendes  op iemands cijferlijst staan is de kans op een relevante baan nihil.

Waar komt toch de grote belangstelling voor het Finse onderwijssysteem  vandaan? Ik heb er geen uitvoerig onderzoek naar verricht maar kan wel aangeven wat mij is opgevallen. Allereerst is er de gratis warme lunch voor leerlingen; fijn dat men zich niet beperkt tot het verstrekken van geestelijk voedsel. En de lunch is bepaald niet het enige dat gratis is – voor het hele onderwijs hoeft namelijk niets te worden  betaald. In tegenstelling tot Nederland doet men trouwens ook niet bekrompen over het stapelen van studies. Zo sprak ik een leerling die was geslaagd in de populaire specialisatie ‘emergency care’ maar daar geen werk in had kunnen vinden. Die was nu opnieuw bezig aan het  laatste jaar, maar dan met een uitstroomrichting die beter aansluit bij de arbeidsmarkt.
Het gratis onderwijs heeft ook een positieve uitwerking op het  opleidingsniveau van de docenten gehad en de meesten hebben een master  afgerond. Waar ik een paar jaar geleden aanhikte tegen de kosten van een masteropleiding (16.000 euro) vormt dit voor Finse collega’s geen enkel obstakel. Het onderwijssysteem lijkt mij erg kostbaar al heb ik horen vertellen dat het niet veel duurder zou zijn dan ons systeem. Ik kan het mij moeilijk voorstellen als ik ook nog mijn indruk meeneem dat er per leerling veel meer docenten werkzaam zijn. Echter, ook in Finland moet men bezuinigen en mijn Finse collega’s vrezen de ophanden zijnde efficiency-slag.

Ik  ben te kort in Finland geweest om te kunnen vaststellen of zich hier de onderwijskundige hemel bevindt. De werksfeer en onderwijskundige mogelijkheden leken me in elk geval prima in orde.
Waar ik erg van genoten heb was een sterke overeenkomst tussen de Nederlandse en Finse leerling. En dan bedoel ik niet het voortdurend gespeel met smartphones tijdens de lessen maar het volgende. Als ik vroeg naar hun ervaringen met school waren ook de Finse leerlingen ervan overtuigd dat ze de belangrijkste kennis opdeden tijdens hun praktijkstages en vrijwel niets nuttigs leerden op school. Ik weet dat het niet zo is, maar dat verandert niets aan het blijkbaar universele beeld van de leerling.